Zeearend verongelukt bij het Markiezaatsmeer

(persbericht van het Brabants Landschap)

Op zondag 28 augustus is een dode zeearend aangetroffen ter hoogte van de Kreekraksluizen in Rilland op de grens van Brabant met Zeeland. Wetlandwachter Roland-Jan Buijs van Vogelbescherming Nederland trof twee losse poten aan op een pad onder een windmolen van Windpark Kreekraksluis. De rest van de vogel werd gevonden in het nabije riet. Gezien de beschadigingen aan het dier en de vindplaats kan vrijwel zeker vastgesteld worden dat het dier verongelukt is door de windmolen.

In het Markiezaatsmeer vestigde zich 6 jaar geleden voor het eerst een jong koppel zeearenden. En dat is bijzonder te noemen, want in heel Nederland zijn er in 2021 slechts 22 paren geteld, waarvan er 17 tot broeden zijn gekomen. In Markiezaatsmeer zou dit de kroon op het jarenlange natuurbeschermingswerk van Brabants Landschap zijn. Maar het is nog even wachten tot een eerste succesvolle broedpoging.

Het vrouwtje van het eerste koppel is helaas spoorloos verdwenen na haar tweede broedpoging. Inmiddels heeft een nieuw koppel zich gevestigd in het gebied en vliegen er een aantal juvenielen rond. Op dit moment wordt onderzocht welke zeearend het verongelukte dier betreft. Aangezien de zeearenden regelmatig richting het Krammer Volkenrak en de Ooster- en Westerschelde vliegen om voedsel te vinden moeten ze het Windpark Kreekraksluis meermaals op een dag passeren. Elke passeervlucht is een risicovlucht op nog een ongeval met prachtige vogelsoort die het Natura2000 gebied rijk is. Neem bijvoorbeeld de lepelaar, waarvan bekend is dat er meerdere dodelijke ongelukken met windmolens hebben plaatsgevonden, of de zeldzame raaf of wespendief.

Er zijn goede detectiesystemen op windturbines om vogelongevallen te voorkomen
Dat windmolens en windmolenparken een bedreiging vormen voor vogelsoorten is al langer bekend. De Werkgroep Zeearend Nederland houdt dit goed in de gaten. Echter er zijn inmiddels ook goede technieken om dieren tijdig te detecteren, waardoor de molen bijvoorbeeld stilgezet kan worden als de vogel in de buurt vliegt. Bij nieuw aan te leggen windmolenparken moet er vooraf een toetsing plaatsvinden om de negatieve gevolgen van de aanleg op o.a. vogelsoorten in kaart te brengen. Zo hebben wij, samen met het Zeeuws Landschap, de Werkgroep Zeearend Nederland, Vogelwerkgroep Bergen op Zoom en Namiro/Benegora, ervoor kunnen zorgen dat er een goed detectiesysteem toegepast gaat worden op het in ontwikkeling zijnde Windpark ZEBRA, op de grens van de gemeente Reimerswaal met Woensdrecht.

Er  is door Brabants Landschap tevens contact gelegd met de eigenaar van Windpark Kreekraksluis en zullen genoemde partijen binnenkort in overleg gaan om te kijken of we toekomstige ongelukken kunnen voorkomen.