Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2024

Wederom groeit het aantal gevestigde paren zeearenden in Nederland. En de groei is er nog niet uit. Gezien de populatiegroei in landen als Denemarken kunnen we ook in Nederland de komende jaren nog groei verwachten, zeker gezien de geweldige aanwas van jongen dit jaar. Een aantal paren met nest sloeg, soms om voor ons niet met zekerheid verklaarbare redenen, een jaartje over.

Op het moment van schrijven is, dankzij de vele trouwe waarnemers, bij ons bekend dat 40 paren het broedseizoen startten met een nest. Dat is dus een groei van 4 nesten ten opzichte van 2023.
Van de 40 paren gingen 35 paren over tot broeden. In 2023 waren dat er 32. Van de 35 paren kregen 28 paren jongen, waarvan er op 27 nesten maar liefst 45 jongen uitvlogen (Tabel 1). Dit kwam mede door een opvallend hoog aantal nesten met drie vliegvlugge jongen. Op de nesten van Dordtse Biesbosch, Waal 2 en de Zuid-Veluwe vlogen 3 jongen uit. Lang leek het er op dat ook het paar van Koudum weer drie jongen vliegvlug zou brengen, helaas verdween een jong kort voor het uitvliegen. Bij het nest werd rond de verdwijning een illegale boomklimmer vastgesteld die mogelijk te maken heeft gehad met de verdwijning van het jong.

Nieuwe territoria met nesten werden vastgesteld langs de Oude Maas, Nieuwkoopse Plassen, Stellingwerven, Noord-Groningen en Beekdal Koningsdiep. Op de locaties van Oude Maas, Markiezaat, Nieuwkoopse Plassen, Midden-Drenthe en Millingenwaard werd in de meeste gevallen waarschijnlijk door nog te jonge leeftijd niet overgegaan tot broeden. In het Sneekermeergebied was het bekende nest bezet door grauwe ganzen en werd geen andere broedlocatie vastgesteld. Het paar van de Oostvaardersplassen verhuisde vermoedelijk naar het naburige Hollandse Hout.

Een zeer opmerkelijk broedgeval betreft het geval in Noord-Groningen. Daar waaide tijdens de eileg het nest uit de boom, waardoor het paartje besloot op een naburig weiland verder te broeden. Dit is het eerste gedocumenteerde grondnest in Nederland. Vermoedelijk uit legnood ontstaan, maar daardoor wel uniek. Helaas verdween het ei al na korte tijd, vermoedelijk door predatie.

De paren van Krammer-Volkerak 2, Zuidwest-Friesland, Stellingwerven, Eemmeer -Dode Hond en Spijk-Bremerberg mislukten in de eifase. Nijkerkernauw mislukte eveneens, al is niet duidelijk of hier al jongen op het nest aanwezig waren. Het paar van Krammer-Volkerak 2 onderhoudt vier nesten op verschillende locaties, maar blijft erg ongelukkig in het succesvol broeden.
Bij het paar in de Grevelingen werd tijdens de ringactie een dood jong onder het nest aangetroffen. In het Zwarte Meer ging het jong of de jongen van de hoogspanningsmastnest vroegtijdig dood door onbekende oorzaak.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2024 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Voor de oplettende kijker: dankzij reacties van waarnemers (dank hiervoor!) hebben we de aantallen bij Drontermeer en Friesche Veen aangepast. Het totaal blijft ongewijzigd.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2024 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Interview Andrea bij NPO1 Nieuwsweekend

Zaterdag 10 februari was Andrea van den Berg te gast in de studio van Nieuwsweekend van NPO1.  Zo werd het item aangekondigd: Met een spanwijdte tot bijna 2,5 meter is de bijnaam, ‘de vliegende deur’, voor de zeearend tamelijk terecht. De grootste roofvogel in Nederland heeft, op de mens na, geen natuurlijke vijand. En ja, die zagen we deze week weer op zijn lelijkst. In Friesland werd een jonge zeearend vorig jaar gedood door gif, zo blijkt deze week uit onderzoek van Werkgroep Zeearend Nederland.

 

 

 

Jaarverslag 2023 zenderonderzoek Zeearenden in Nederland

Ons jaarverslag 2023 betreffende het zenderonderzoek naar Zeearenden in Nederland is te vinden in de PDF zeearenden zenderonderzoek voortgangsrapport 2023.

Hierin zijn de gegevens uit 2023 bij elkaar gezet met onder andere kaarten met vliegbewegingen van de gezenderde vogels. Omdat een aantal vogels zich aan het vestigen is of heeft gevestigd in een territorium is er extra aandacht besteed aan deze vestigingen. Dit levert met elkaar een mooi overzicht op dat rijk is geïllustreerd met foto’s van de gezenderde zeearenden.

Vliegbewegingen van jonge zeearenden in Windpark Zeewolde Flevoland 2019-2022

In de provincie Flevoland staat een groot aantal turbines die overlappen met de vliegbewegingen van zeearenden in die provincie. Dat geldt ook voor windpark Zeewolde, dat in een gebied ligt met een hoge dichtheid aan vliegbewegingen van zeearenden.

Er is onderzoek uitgevoerd naar oa de vliegbewegingen, aanvaringsrisico’s en potentieel risicovolle windturbines. In dit rapport is dit in kaart gebracht.

Overzicht broedgevallen van zeearenden in Nederland 2023

Wat een groei! 2023 werd een nieuw recordjaar voor de Nederlandse zeearenden en de groei is er nog niet uit. Mede dankzij de vele trouwe waarnemers kunnen we maar liefst 36 zeearendparen met nest of nestbouw noteren. Een mooie groei, na de 30 paren in 2022, de 22 paren met nest in 2021 en 20 in 2020.
Van de 36 paren met nest gingen er 32 over tot broeden. Vier nesten mislukten in de eifase. 28 nesten waren succesvol en kregen 48 nestjongen. 45 jongen vlogen uit. In 2022 vlogen 22 jongen uit en in 2021 15.

Tabel 1. Paren met nest(bouw) en broedsucces van zeearenden in Nederland in 2023 (Bron: Werkgroep Zeearend Nederland) .

Het paar van Koudum bracht wederom drie jongen groot. Ook vlogen drie jongen uit bij Makkum.

Jongen op het nest van de Korendijkse slikken. (c) Pepijn Calle.

Nieuwe broedgevallen werden aangetroffen in het IJmeer, Drontermeer, Sneekermeer, langs de Waal en langs de IJssel. Na jaren zonder broedpogingen was een paar succesvol in het Markiezaat. In de Oostvaardersplassen vestigde zich een 2e broedpaar, mogelijk van het paar dat vorig jaar in de regio van Zeewolde een broedpoging deed. Het nest hield het niet en dus werd er niet gebroed. Zowel in de Millingerwaard als in het Paterswoldsemeer startten nieuwe paren met nestbouw, maar tot broeden kwam het nog niet. In Midden-Drenthe leek het er naar uit te zien dat er weer gebroed zou worden, maar het paar verdween kort voor het broedseizoen geheel uit beeld.
In het Krammer-Volkerak werd een paar verstoord door een overnachtende sportvisser onder de nestboom. De eieren stonden op uitkomen, maar de zeearenden keerden niet terug. De man in kwestie is aangehouden en zal voor het Openbaar Ministerie moeten verschijnen.
In het Zwarte Meer ging een paar over tot broeden in een hoogspanningsmast. Zover bij ons bekend betreft dit het eerste geval in Europa. Eén van de jongen werd dood aangetroffen op  het nest.
Zowel in  het Zwarte Meer als op de Zuid-Veluwe ging een nestjong dood.. Het blijft speculatief, maar mogelijk was vogelgriep hier de boosdoener. In het kader van vogelgriep zijn op een aantal nesten jongen tijdens het ringen getest op dit virus wat onder sommige vogelsoorten hard toeslaat.

Alle waarnemers, terreinbeherende organisaties en Vogeltrekstation worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op onze website. Een uitgebreide bijdrage met meer informatie over broedende zeearenden in Nederland in 2023 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

 

Broedgevallen in 2022

Na een enerverend broedseizoen is het tijd voor het overzicht van de broedgevallen in 2022. Mede dankzij de vele trouwe waarnemers kunnen we maar liefst 30 zeearendenparen met nest of nestbouw noteren. Een mooie groei, na de 22 paren met nest in 2021, 20 in 2020 en 14 in 2019.

Een van de jongen van broedpaar ‘Zeewolde’, tijdens het wegen, meten en ringen. (c) Noor Bennink.

Van de 30 paren met nest kwamen er 22 met zekerheid tot broeden. Deze 22 broedende paren kregen gezamenlijk 30 jongen, waarvan er slechts 22 vliegvlug werden (Tabel 1).

Het paar van Koudum bracht maar liefst drie jongen groot. Uniek, want dit werd maar 2x eerder vastgesteld (Oostvaardersplassen 2014 en Brabantse Biesbosch 2015).

Nieuwe nestlocaties werden aangetroffen in de Grevelingen, Voorsterbos, Nijkerkernauw, Zeewolde, Zwarte Meer (Ramsgeul), Drontermeer en het Fochtelooerveen. Door de paren in de Betuwe en Oostvaardersplassen werd niet gebroed nadat op 18 februari de storm Eunice het nest verwoestte. In de Grevelingen waaide tijdens deze storm het nest eveneens uit, maar het paar wist bijtijds een nieuw nest te bouwen. In de Lepelaarsplassen en bij het eerder succesvolle paar in de IJsselmonding werd vermoedelijk niet gebroed door partnerwisselingen.

In het Krammer-Volkerak verliet de broedende vrouw door kamperende sportvissers het nieuwe nest, maar begon tot verbazing van iedereen opnieuw op het oude nest op de Slikken van de Heen. In Zuid-Drenthe werd een takslepend paar waargenomen, maar de nestlocatie werd niet gevonden. Het paar was vanaf halverwege april ineens zoek en werd pas na het broedseizoen weer waargenomen.
Het paar van de Ramsgeul, Zwarte Meer bleef lang broeden, maar jongen werden nooit gezien. De nestboom stortte in augustus in elkaar. De broedpogingen van de paren Zuidwest-Friesland, Zeewolde en Oost-Groningen mislukte allen vermoedelijk al in de eifase.

In het Voorsterbos overleed het nestjong door vogelgriep (bron). Ook op de Hellegatsplaten overleden beide nestjongen, zeer waarschijnlijk aan de gevolgen van vogelgriep. De onderzochte kadavers zijn getest maar waren te oud om een 100% match te geven. Vogelgriep als doodsoorzaak wordt wel als zeer aannemelijk geacht. De vogelgriepuitbraak was in die regio namelijk enorm onder sterns, meeuwen en ganzen. Volwassen zeearenden werden waargenomen met zieke, verzwakte vogels als prooi.

Het jong van het paar in de Grevelingen verdween op mysterieuze wijze op een leeftijd van ongeveer 25 dagen. Ook hier wordt aan vogelgriep gedacht aangezien de ouders vooral voedsel aansleepten vanuit de zwaar door vogelgriep getroffen kolonies op de eilanden in het Haringvliet. Tijdens het ringen werd een dood jong (eveneens van 20-25 dagen oud op moment van overlijden) aangetroffen in het nest van de Slikken van de Heen, Krammer-Volkerak. De doodsoorzaak is onbekend.

Op het Vogeleiland, Zwarte Meer en in het Fochtelooerveen werd slechts één van de twee jongen vliegvlug. Een behoorlijk vers dood jong mannetje werd, naast een levend jong, tijdens het ringen aangetroffen op het nest op het Vogeleiland in het Zwarte Meer. Op de Sennerplaat in het Lauwersmeer werd één nestjong vastgesteld, maar deze werd niet vliegvlug. De doodsoorzaak van deze laatstgenoemde gevallen is onbekend.

Pas ruim na afloop van het broedseizoen, begin september, werd duidelijk dat in Zuid-Drenthe ook een jong groot is gebracht.

Tabel 1. Broedende paren en vliegvlugge jongen van Nederlandse zeearendparen in 2022 (Bron: Werkgroep Zeearend).

Rego Gebied Broedend Nest-jongen Vliegvlugge jongen
IJsselmeergebied Dode Hond, eiland in Eemmeer onbekend 0 0
Lepelaarplassen onbekend 0 0
Makkumer Noordwaard JA 1 1
Nijkerkernauw JA 1 1
Spijk-Bremerberg JA 1 1
Vollenhovermeer, Voorsterbos JA 1 0
Zeewolde JA 0 0
Zwarte Meer, Vogeleiland JA 2 1
Zwarte Meer, Ramsgeul JA 0 0
Noord-Nederland Alde Feanen JA 2 2
Fochtelooerveen JA 2 1
Koudum JA 3 3
Lauwersmeer, Sennerplaat JA 1 0
Lauwersmeer, Zoutkamperplaat JA 2 2
Oost-Groningen JA 0 0
Zuidlaardermeer JA 2 2
Zuidwest-Friesland JA 0 0
Zuid-Drenthe JA 1 1
 Deltagebied Brabantse Biesbosch JA 2 2
Dordtse Biesbosch JA 2 2
Haringvliet, Spuimonding JA 1 1
Krammer-Volkerak, Hellegatsplaten JA 2 0
Krammer-Volkerak, Slikken van de Heen JA 2 1
Grevelingen JA 1 0
Veluwe & IJsseldal Zuid-Veluwe JA 1 1
Totaal 30 22

Alle waarnemers en de terreinbeherende organisaties die worden bedankt voor het delen van de informatie om dit overzicht te kunnen maken en voor de mogelijkheid om nest- en ringonderzoek te kunnen doen. Daarbij een speciale dank aan een aantal waarnemers die enorm veel vrije tijd staken in het volgen van de broedparen en aan de waarnemers die afgelezen ringen doorgaven. Deze personen zijn onmisbaar voor de bescherming van broedende zeearenden en levert goede kennis over de groeiende Nederlandse populatie.

Meer informatie over het onderzoek aan en de bescherming van Zeearenden in Nederland is te vinden op deze website. Een uitgebreide bijdrage over Broedende Zeearenden in Nederland in 2022 zal ter publicatie worden aangeboden aan tijdschrift de Takkeling van de Werkgroep Roofvogels Nederland (http://www.werkgroeproofvogels.nl/).

Zeearend verongelukt bij het Markiezaatsmeer

(persbericht van het Brabants Landschap)

Op zondag 28 augustus is een dode zeearend aangetroffen ter hoogte van de Kreekraksluizen in Rilland op de grens van Brabant met Zeeland. Wetlandwachter Roland-Jan Buijs van Vogelbescherming Nederland trof twee losse poten aan op een pad onder een windmolen van Windpark Kreekraksluis. De rest van de vogel werd gevonden in het nabije riet. Gezien de beschadigingen aan het dier en de vindplaats kan vrijwel zeker vastgesteld worden dat het dier verongelukt is door de windmolen.

In het Markiezaatsmeer vestigde zich 6 jaar geleden voor het eerst een jong koppel zeearenden. En dat is bijzonder te noemen, want in heel Nederland zijn er in 2021 slechts 22 paren geteld, waarvan er 17 tot broeden zijn gekomen. In Markiezaatsmeer zou dit de kroon op het jarenlange natuurbeschermingswerk van Brabants Landschap zijn. Maar het is nog even wachten tot een eerste succesvolle broedpoging.

Het vrouwtje van het eerste koppel is helaas spoorloos verdwenen na haar tweede broedpoging. Inmiddels heeft een nieuw koppel zich gevestigd in het gebied en vliegen er een aantal juvenielen rond. Op dit moment wordt onderzocht welke zeearend het verongelukte dier betreft. Aangezien de zeearenden regelmatig richting het Krammer Volkenrak en de Ooster- en Westerschelde vliegen om voedsel te vinden moeten ze het Windpark Kreekraksluis meermaals op een dag passeren. Elke passeervlucht is een risicovlucht op nog een ongeval met prachtige vogelsoort die het Natura2000 gebied rijk is. Neem bijvoorbeeld de lepelaar, waarvan bekend is dat er meerdere dodelijke ongelukken met windmolens hebben plaatsgevonden, of de zeldzame raaf of wespendief.

Er zijn goede detectiesystemen op windturbines om vogelongevallen te voorkomen
Dat windmolens en windmolenparken een bedreiging vormen voor vogelsoorten is al langer bekend. De Werkgroep Zeearend Nederland houdt dit goed in de gaten. Echter er zijn inmiddels ook goede technieken om dieren tijdig te detecteren, waardoor de molen bijvoorbeeld stilgezet kan worden als de vogel in de buurt vliegt. Bij nieuw aan te leggen windmolenparken moet er vooraf een toetsing plaatsvinden om de negatieve gevolgen van de aanleg op o.a. vogelsoorten in kaart te brengen. Zo hebben wij, samen met het Zeeuws Landschap, de Werkgroep Zeearend Nederland, Vogelwerkgroep Bergen op Zoom en Namiro/Benegora, ervoor kunnen zorgen dat er een goed detectiesysteem toegepast gaat worden op het in ontwikkeling zijnde Windpark ZEBRA, op de grens van de gemeente Reimerswaal met Woensdrecht.

Er  is door Brabants Landschap tevens contact gelegd met de eigenaar van Windpark Kreekraksluis en zullen genoemde partijen binnenkort in overleg gaan om te kijken of we toekomstige ongelukken kunnen voorkomen.

Opnieuw in Nederland gezenderde Zeearend omgekomen door windturbine

Nadat vorig jaar een jonge in Nederland gezenderde Zeearend stierf door een aanvaring met de rotoren van een Duitse windturbine was het deze week opnieuw raak. Op 31 januari verongelukte een in 2020 als nestjong gezenderde Zeearend uit Biddinghuizen door een aanvaring met een Nederlandse turbine in Flevoland. De zender die de vogel al die tijd droeg documenteerde het verhaal nauwkeurig.

In de vroege ochtend van 31 januari 2022 vloog de Zeearend vanaf de slaapboom aan de rand van de Oostvaardersplassen het natuurgebied in, waarschijnlijk om te foerageren. Na een korte periode van rust in het moeras vertrok de vogel rond 10:50h in oostelijke richting het gebied uit, stak Rijksweg A6 over en navigeerde de polder van Zuidelijk Flevoland in. Direct na oversteken van de A6 kwam de vogel in een windpark terecht, langs de Roerdomptocht tussen de Ibisweg en de Vogelweg. Net voor 11h werd het dier geraakt door de rotoren van één van de turbines en belandde op de akker ernaast.

De bewegingen van de laatste dag van zeerarend Spijk 2020. De oranje stippen zijn locatiebepalingen. Kleine turbinesymbolen zijn turbines met ashoogte tot 40 meter, grote symbolen hoger dan dat.

De versnellingsmeter van de zender liet zien dat de vogel na de klap niet direct dood was. Tussen 11 en 12 uur bewoog de vogel nog. Daarna registreerde de sensor van de zender geen beweging meer en nam de temperatuur snel af. Tijdens de vondst van het kadaver, op 1 februari 2022, werd bevestigd dat de vogel direct na de aanvaring nog leefde. Beide klauwen waren gevuld met zware klei, waaruit is op te maken dat het dier zich nog een uur lang krampachtig probeerde overeind te houden.

Eerste resultaten sterfte

In 2019, 2020 en 2021 zijn in Nederland vijftien jonge Zeearenden van GPS-zenders voorzien met als doel kennis over de dispersie en overleving van vogels uit de Nederlandse broedpopulatie te verkrijgen. Inmiddels zijn drie vogels gestorven; twee als gevolg van aanvaringen met windturbines en één als gevolg van een botsing met een trein. Dat betekent dat binnen enkele jaren na de geboorte twintig procent stierf, in alle gevallen toe te schrijven aan onnatuurlijke oorzaken. De Zeearend is een langlevende soort die gemakkelijk vijftien tot twintig jaar oud kan worden.

Verbindingszones

Uit het onderzoek met zenders komt naar voren dat jonge Zeearenden in Nederland regelmatig heen en weer pendelen tussen belangrijke hotspots in de regio’s van Noord- en Midden-Nederland, en de Zoete Delta. Voor Midden-Nederland is er op landschapsschaal een belangrijke verbinding tussen de kerngebieden in Flevoland en de Veluwe. Vogels die in de Oostvaardersplassen verblijven, vliegen hierbij regelmatig naar de Veluwerandmeren en naar gebieden op de Veluwe en terug. Hierbij moeten de vogels de grootschalige windparken in Flevoland passeren. Omdat het aantal broedparen van Zeearenden in Nederland nog toeneemt, zal ook het aantal pendelvluchten tussen natuurgebieden frequenter gaan plaatsvinden. Met de ontwikkeling van Nationaal Park Nieuw Land worden de belangrijke natuurgebieden Lepelaarplassen, Oostvaardersplassen, Marker Wadden en Trintelzand opgeschaald en verbonden. Zeearenden blijken die gebieden al in samenhangende voedselvluchten te exploiteren, in relatie tot de toenemende populaties watervogels waar ze op jagen. Daarmee ontstaat ook extra ruimte voor nieuwe broedplaatsen voor Zeearenden en andere roofvogels. Omdat het aantal vliegbewegingen van vogels naar verwachting nog zal toenemen, zullen zowel de bestaande als nog geplande windparken een groeiend probleem gaan vormen als gevolg van de extra te verwachten sterfte door aanvaringen met turbines. Ook andere ontwikkelingen, zoals de opening van het vliegveld Lelystad voor grote vliegtuigen, zullen in dit verband een toenemend risico opleveren.

Aanvaringsrisico’s in Flevoland

Gestorven zeearend, als gevolg van een aanvaring met een windturbine in Flevoland, 1 februari 2022. Geboren in 2020 in Biddinghuizen. Op de rug is de zender te zien waardoor de vogel kon worden gevonden (Bron: Mennobart van Eerden)

Om aanvaringsrisico’s te onderzoeken worden ‘hoge-resolutiedata’ gebruikt om het driedimensionale vlieggedrag nauwkeurig in kaart te brengen. Naast de locatie wordt daarbij ook de vlieghoogte geregistreerd. Recent onderzoek naar de risico’s in Flevoland, in opdracht van de provincie, wijst uit dat Zeearenden die door Flevoland vliegen voor een groot deel van de vliegtijd op ‘gevaarlijke hoogte’ vliegen, dat wil zeggen binnen het bereik van de steeds hoger geworden windturbines.

In de milieueffectrapportage van Windpark Zeewolde werd nog verondersteld dat effecten op Zeearenden vooraf konden worden uitgesloten door een voorspeld “zeer beperkt aantal vliegbewegingen”, maar de zendergegevens laten een ander beeld zien. Hoewel de bewegingen van de Zeearenden geconcentreerd zijn in de Oostvaardersplassen en op en rond de Randmeren, vinden er ook regelmatig risicovolle vluchten plaats in de Flevolandse polders. Dit wordt ondertussen bevestigd door de gevonden slachtoffers – in de afgelopen vier jaar werden twee Zeearenden gevonden als slachtoffer van een aanvaring met een turbine in Windpark Zeewolde. Dit is bovendien een minimum aantal, omdat bij uitblijven van slachtoffermonitoring de meeste vogels niet gevonden zullen worden.

Mitigerende maatregelen

Maatregelen om aanvaringen van kwetsbare vogels zoals roofvogels met turbines te minimaliseren zijn in Nederland vooralsnog zeer beperkt. Om slachtoffers van windturbines te beperken is een detectiesysteem ontwikkeld dat naderende vogels, waaronder Zeearenden, registreert en afwerend geluid of een stilstandvoorziening van de windturbine gebruikt. Dit systeem wordt momenteel alleen toegepast in windpark Krammer en in een windpark op Oost-Flakkee in het Krammer-Volkerak.

Een andere mogelijke maatregel is het periodiek stilzetten van turbines in de periode waarin de kans op aanvaringen het grootst is en op locaties waar die kans het grootst is. Momenteel vindt in de provincie Groningen onderzoek plaats naar het zwart verven van één van de wieken van een turbine. In het buitenland heeft dit gezorgd voor een vermindering van zeventig procent onder vogelslachtoffers. Beter is om al tijdens de planfase goed rekening te houden met vliegbewegingen van Zeearenden en andere vogels door geen windparken aan te leggen op risicovolle locaties.


Het zenderonderzoek onderzoek wordt uitgevoerd door de Werkgroep Zeearend Nederland en Wageningen Environmental Research en gefinancierd door de provincie Zuid-Holland, provincie Zeeland, provincie Flevoland, Staatsbosbeheer, het Prins Bernhard Cultuurfonds en het Bettie Wiegman fonds.